Boekbespreking

Twee boeken over Hydrobiologie

Heinz Streble en Dieter Krauter: Das leben im Wassertropfen. Mikroflora und Mikrofauna des Süsswassers. Kosmos, 2010, ISBN978-3-440-12634-9.

Peter F.M. Coesel en Koos Meesters: Desmids of the Lowlands. Mesoteniaceae and Desmidiaceae of the European Lowlands. Stowa, 2007, ISBN 978-90-5011-265-9.

Dit keer twee boeken over Hydrobiologie. Van de eerste kreeg ik eerder een oudere druk van Koos, onze leider van de hydrobiologiewerkgroep. Van het tweede boek is Koos medeauteur en een volgende versie is in bewerking. Beide boeken zijn flora’s.

Das leben im Wassertropfen
Het eerste is breed van opzet en op al het leven in het waterdruppeltje gericht (dus ook op de ‘fauna’). Zo’n 2400 soorten worden beschreven, elk! met een tekening en van 42 worden ook mooie foto’s gepresenteerd. Een belangrijk thema in dit boek is de meting van waterkwaliteit, met behulp van de soortenlijst die je met behulp van deze flora/fauna kunt vinden. Verder staan er goede beschrijvingen en schema’s in, van de anatomie van de diverse groepen (bouwplannen).

Met behulp van ‘Typenschlüssels’ wordt het zoeken in het boek vergemakkelijkt. In deze hoofdsleutels worden eigenlijk morfotypen (zie bespreking CONVO maart 2011-mei 2011 van ‘Biodiversiteit in Nederland’) gepresenteerd, waarbinnen de soorten verder in het boek worden behandeld.
Er zijn geen sleutels tot de families en de soorten, zoals in de Heukels. Om een soort te vinden moet je door het boek bladeren, naar de plaatjes kijken en de teksten bij de soorten lezen.

Een groot nadeel, van dit ge-update boek uit 2010 is dat de indeling (classificatie) nog de oude is. Dat leidt tot onvergelijkbaarheid, niet alleen van de stammen, klassen, ordes en families, maar ook een aantal soortnamen is tegenwoordig anders dan in dit boek vermeld. Onvergelijkbaarheid met de moderne literatuur. Ik heb daarom zelf van al de behandelde morfotypen de bladzijde gezocht in het bovengenoemde boek over biodiversiteit en zo de relatie gelegd met de moderne systematiek (bij mij op te vragen).

KNNV Uitgeverij

Desmids of the Lowlands
Het boek van Koos is gericht op één morfotype, namelijk dat van de Sieralgen. Er staan 500 soorten in en meer dan 150 variëteiten (in het boek van Streble en Krauter staan er ‘maar’ 94, maar dat is het offer voor de brede opzet). Een behoorlijk uitputtend boek dus en eigenlijk zeker te vergelijken met Heukels, gezien de sleutels op familie-, geslacht- en soortniveau. Van elke soort is er wel een tekening in het onderdeel ‘Plates’.

In de werkgroep hydrobiologie heb ik onder begeleiding van Koos ook gedetermineerd met deze flora. Daar heb je een microscoop voor nodig. Je loopt de diverse sleutels door en verder is het opmeten van de sieralg van groot belang (microns). Hoe meer je ermee werkt, hoe beter de determinatie natuurlijk. Een fascinerend boek voor een fascinerende hobby. Er zit een CD in en een verwijzing naar de site op dit gebied. Daarin staat ook beschreven hoe je met behulp van de waargenomen-soortenlijst van sieralgen de waterkwaliteit kunt meten.

Een nadeel van beide boeken is dat er weinig definities (toelichting op de termen) in staan en je moet werken met wat algemene beschrijvingen. Dat geldt overigens ook voor de Heukels, waarmee ik niet kan werken zonder de kennis uit het botanische woordenboek van Eggelte.
Misschien is Koos ook mee bezig met een verklarende woordenlijst, in zijn nieuwe boek op dit gebied. We moeten het hem eens vragen...

Theo van Mens