Boekbespreking

De Nederlandse biodiversiteit

KNNV Uitgeverij

Noordijk, J. e.a. , 2010. De Nederlandse biodiversiteit. – Nederlandse Fauna 10,
Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis & European Invertebrate Survey –
Nederland, Leiden. Een KNNV-uitgave.

Als je alle 47.800 soorten die in Nederland voorkomen, in 'het taartdiagram van het leven' zet, dan nemen de diersoorten meer dan de helft in beslag (zeventwaalfde). Schimmels hebben een taartpunt van een kleine kwart en groene planten van één tiende, evenals de Chromalveolata (w.o. zonnediertjes en diatomeeën)! Aan deze verhoudingen zal nog wel wat veranderen, want veel vooral kleine soorten zijn nog niet ontdekt.

Bekijken we de taartpunt van de dieren weer apart in een taartdiagram, dan overheersen de geleedpotigen (viervijfde; bijv. de insecten), daarna komen de nematoden (ééntwaalfde; bijv. de spoelworm en de valse wortelknolnematode). Weekdieren, rondwordmen, raderdieren en stekelsnuitwormen, platwormen en chordadieren nemen maar kleine taartpuntjes in beslag. Nog kleiner zijn die van de beerdiertjes, mosdiertjes, snoerwormen, buikharigen en stekelhuidigen.

De mens valt onder het kleine taartpuntje van de chordadieren, samen met de manteldieren, lancetvisjes, rondbekken, kraakbeenvissen, straalvinnigen, amfibieën, reptielen en andere zoogdieren.

Het is dus dringen in de biodiversiteit van het leven. Duizelt het al of wordt je er juist enthousiast van?

Gelukkig worden niet alle 47.800 soorten beschreven in dit boek. Dat zou wel leuk zijn, maar dat vergt een lange boekenplank of zelfs een bibliotheek (bijvoorbeeld met 200 van deze boeken).

De soorten worden groepsgewijs besproken (208 groepen) en zo krijg je een grof beeld van wat bijvoorbeeld een spinachtige is (klasse van 2250 soorten in Nederland). Daarbinnen komen bijvoorbeeld nog de mijten voor (subklasse met 1557 soorten!), spinnen (orde met 640 soorten), hooiwagens (orde met 30 soorten) en pseudoschorpioenen (orde met 23 soorten). Van deze soortgroepen binnen de spinachtigen, krijg je een goede indruk. Voldoende om te weten wat je voor je hebt.

Interessant is dat de (sub)groepen worden gepresenteerd tegen de achtergrond van hun evolutie-stamboom (cladogram). Verder zijn er nog steeds veel nieuwe (onontdekte/onbekende) soorten te verwachten. Zo worden in Nederland nog bijvoorbeeld 30 nieuwe bijensoorten verwacht! Tot nu toe waren 350 soorten 'gevestigd' in ons land.

De mens als soort wordt maar even genoemd bij de groep zoogdieren (klasse met 71 soorten in Nederland): '…één van de opvallendste en meest zichtbare gevestigde zoogdiersoorten.'. Dat geldt ook voor de andere zoogdiersoorten. Het is even wennen voor ons mensen, maar de beschrijving gaat over zoogdieren als groep, hun cyclus, ecologie, diversiteit en voorkomen en verder wordt naar determinatiesleutels verwezen. Deze globale aanpak valt niet zo op bij soorten die we niet zo kennen, zoals buikharigen en wortelknolnematoden.

Ook planten, paddenstoelen, mossen, kortsmossen, vogels, reptielen, amfibieën en bijvoorbeeld libellen komen als groep of onderdeel (dus globaal) aan bod, dus niet specifiek als soort.

Uitgebreide aandacht krijgt natuurlijk 'Biodiversiteit' als begrip en hoe het ermee staat in Nederland en zijn 'Overzeese gebiedsdelen', vergeleken met Europa en de Wereld. Ook de bedreigingen en de bescherming van die diversiteit krijgen veel aandacht.

Leuk boek. Stimulerend om weer eens het leven in een waterdruppeltje te gaan bestuderen en dat in de strooisellaag of de bodem. Veel en nog eens veel. We struikelen al over de soorten in onze eigen biologiehobby, maar bij verder kijken ga je al gauw ten onder. Maar waarom altijd zo gedetailleerd bezig, op soorten gericht. Het zou ook globaal kunnen, bijvoorbeeld op het groepsniveau van dit boek. Dat geeft je meer vrijheid om naar het totale plaatje te kijken, bijvoorbeeld van de voedselketen of de bestuiving van bloemen. Het boek noemt dit het niveau van het morfotype. In een later stadium kan je nog altijd dieper gaan, op soortniveau.

En dat lijkt me wel wat. Ik ga er meteen mee aan de slag in mijn vakantie en het komend seizoen in mijn achtertuin en elders in het Gooi. En vanuit dit overzicht van biodiversiteit verzuip ik niet!

Theo van Mens, CONVO-redacteur