Boekbespreking

Veldgids Plantengemeenschappen

KNNV Uitgeverij

De Veldgids Plantengemeenschappen Nederland als uitdaging tot een geïntegreerde aanpak bij natuurinventarisaties

Het heeft even geduurd, maar dan heb je ook wat: de Veldgids Plantengemeenschappen Nederland is uit. Een A5-formaat boekje, helaas met harde kaft. Vergeleken met de grote vierdelige 'Atlas van plantengemeenschappen Nederland' is dit een handzame beknopte KNNV-veldgids.

'Planten zijn ongelijk verdeeld in het veld (in ruimte en tijd) waardoor grenzen in de vegetatie zijn te trekken. Binnen die grenzen bestaat de plantengemeenschap. Deze gemeenschap is een uitdrukking van bepaalde omgevingsfactoren, zoals zuurgraad, voedselrijkdom, waterhuishouding, textuur, landgebruik en beheer', staat in de algemene inleiding.

Bij een inventarisatie zou je ook deze samenhang moeten vastleggen. Niet alleen soorten kunnen op naam worden gebracht, maar ook de plantenassociatie. In de Veldgids kan dat via 4 hoofdsleutels en 43 klassen daarbinnen. Elke klasse wordt beschreven en onderverdeeld in orden, waarbinnen associaties. Er zijn in totaal 228 associaties.

Elke associatie wordt gedetailleerd beschreven onder de kopjes: Herkenning, Ecologie, Verspreiding en Soorten. Ook wordt de floristische samenstelling van de plantengemeenschap op een compacte manier weergegeven in een synoptische tabel (ook wat mossen en korstmossen betreft). Dat is een tabel waarin de procentuele verdeling van de erin voorkomende soorten wordt gepresenteerd en of het om een kensoort, een begeleidende – of een differentiërende soort gaat. Verder wordt per associatie het milieu en de spreiding van de aanwezige levensvormen aangegeven.

Met dit boek in de hand kun je gaan 'landschappen lezen'. Meer begrip krijgen voor wat je ziet omdat plantengemeenschappen een helder kader bieden. Eigenlijk worden we uitgenodigd om de 'echte samenhang tussen enerzijds de terreingesteldheid, zoals de geo(morfo)logie en de hydrologie, en anderzijds de diverse levensvormen in een gebied te bekijken', schrijft de KNNV in het kader van de ARJA-prijs. Laten we als KNNV’ers ook buiten onze hobbyspecialiteit kijken en onze veldbiologische hobby's op elkaar afstemmen, zodat we de onderlinge relaties van de diverse levensvormen in een gebied kunnen onderzoeken. 'Lastig misschien, maar het helpt wel om te begrijpen waarom wát wáár voorkomt, hoe de patronen en verbanden in het landschap liggen en hoe de mens deze relaties heeft beïnvloed.'

Gaan we dus als KNNV-Gooi een werkgroep oprichten waarmee we op een bepaald natuurterrein een dergelijke geïntegreerde aanpak gaan bedrijven? Misschien krijgen we de smaak te pakken en weten we deze aanpak binnen de KNNV het beste te demonstreren met 'ons project'. Wie weet komen we dan in aanmerking voor de ARJA-prijs. Een vierjaarlijkse prijs op initiatief van de leden Arnold en Jannie van Nieuwaal voor het eerst uit te reiken in 2012. Dan moeten we wel voortvarend zijn, want de rapportage moet voor 1 december 2011 binnen zijn op het KNNV-bureau.

Ik zal hier bij elke gelegenheid op terugkomen, maar zeker op de avond van 'Leden voor leden' van donderdag 9 december en op de algemene vergadering van donderdag 10 maart 2011.

Theo van Mens, natuurhistorisch secretaris